boeken Anneke Gedichten van afscheid van El Kadisia

Mijn oma

Je was weg toen ik er niet was.
Ik kon je niet zien.
Ik was echt verdrietig.
Ik had tranen in mijn ogen.
Ik mis je, kom terug.
Ik wil je ruiken en zien.
Kom terug, ik mis je.
Mijn moeder mist je.
Ze huilt.
Kom, ik mis je!

Fatima (4A)


Mama en papa

Mijn moeder was weg
en ik ging afscheid nemen
van mijn moeder en van mijn vader.
En ik was alleen.
En ik mis jullie verhalen, mama en papa.
En je maakte lekker eten, mama.
En je ging met me spelen, mama.
En papa, je ging met me naar de moskee.
Papa en mama, doei.

Vaarwel!

Melisa (4A)


Opa
Ik mis je, opa.
Opa, je was lief.
Mijn moeder zei dat je dood was.
Ik zag je alleen op de foto.
Opa, kijk naar oma.
Ze is alleen.
Jij ook.
Ik mis je, opa.

Tuana (4B)



Mijn tanden

Mijn lieve tanden.
Mijn mooie witte tanden.
Acht mooie witte tanden eraf.
Ze waren zo mooi
en nu zijn ze eraf.
Jullie beten in mijn eten.
Ik poetste jullie twee keer per dag.
Jullie zaten lekker in mijn mond.
Mijn tanden.

Aya (4A)

Appel

Ik mis je, appel.
Maar nu zit je in mijn darmen.
Ik kon je niet laten staan.
Ik mis je.
Maar je was wel lekker.
Ik mis je.
Je lag zo mooi in de schaal.
Je was zo rood en je glansde zo.

Maryam (4A)



Konijn

Ik had een konijn,
een witte,
met een klein beetje zwarte stippen.
Toen ik vier jaar was, had ik hem.
Mijn nichtjes en neefjes kwamen.
Hij ging op mijn bed poepen
en ook op dat van mijn zus.
Hij was heel lief en heel zacht.
Ik hield heel veel van mijn konijn,
maar na een week of maand
had ik echt heel veel afscheid genomen,
want we hadden dat konijn geleend.
Ik vond het echt erg en heel triest.

Raihana (4A)



Afscheid van een vriend

Je was mijn beste vriend.
Je was heel lief.
We gingen elke dag voetballen.
En jij was goed in voetbal.
En ik ook.
Jij was mijn boezemvriend.
Ik denk ook
dat ik jouw boezemvriend was.
Dat denk ik.

Mohammed IJ. (4C)



Mijn opa

Het was vorig jaar
in de vakantie
in Marokko.
Ik ging terug naar Nederland.
En toen hoorde ik
dat mijn opa dood was.
Ik voelde me niet blij.

Ayman (4B)


Over de boom en dat ik ging verhuizen

Er was een storm.
Ik was bang
dat het huis zou vallen,
maar dat was niet zo.
De boom was leuk,
maar hij moest weg
omdat de storm kwam.
En toen gingen we verhuizen.
Ik was bang
en ik moest afscheid nemen
van mijn vrienden.
En nu mis ik jullie.
We speelden voetbal.

Reda (4B)


Beste vriend

Mijn beste vriend,
je was zo grappig
en leuk.
Maar helaas moest ik
afscheid nemen.

Je was naar
Marokko verhuisd.

Sami (4B)


Mijn speelgoed

Ik had een lievelings …
Op een dag
was hij
door mijn zus Maroua
gescheurd.

Chaimae (4C)

Afscheid van mijn vriend

Ik zat op mijn oude school.
Ik had een vriend,
die Zakaria heet,
Hij was een goede vriend.
We speelden altijd samen.
Hij speelde ook bij mijn huis.
Maar op een dag
moest ik afscheid nemen.
Ik moest naar een nieuwe school.

Amin (4B)


Papa

Ik mis je, papa.
Je blijft veertig dagen weg.
Ik hoop dat ik
je snel weer zie.
Lieve papa,
dank je wel
dat je nieuwe schoenen
had gekocht.

Ik mis je heel erg.

Abdullah (4C)


Boek

Je was zo leuk om te lezen.
Maar nu heb ik jou uitgelezen.

Ik wou nog door,
maar het boek stopte.
En het was zo spannend.
O, het boek heeft een achterkant.

Ik kan nog een keer lezen.

Maryam (4A)




Afscheid van je tand

Ik kon ermee eten.
Je wiebelde.
Ik vond dat leuk.
En toen moest ik hem uitdoen.
Maar ik ging er niet aan trekken.
Ik ging hem laten.

En toen op school deed ik
mijn tong tegen mijn tand.
En hij ging eruit.
Maar ik zei: het maakt niet uit,
want mijn tand groeit.

Omar (4A)


De zomer

Toen het zomer was,
ging ik naar de zee.
Ik kreeg elke dag ijsjes
van mijn vader.
Ik ging mijn T-shirt
en mijn hemd aantrekken.
En bij de zee waren grote golven.
En nu mis ik alles
dat heel leuk was.

Rayan (4A)


Vakantie

Ik mis mijn familie in Tanger
en mijn nichtjes en mijn neefjes.
En de winkels waren lekker niet ver.

En we gaan dan elke dag
naar het zwembad
en naar de kermis.
En daar is het elke dag warm.

Ik mis de zon van daar.
En daar hebben ze een markt.
En ze hebben leuke dingen om te spelen.
Vakantie is heel leuk.

Basma (4A)


Als ik dood ben

Als ik dood ben,
neem ik afscheid
van iedereen.

Ik neem afscheid
van mijn zusje
en kinderen.
Ook van mijn vrienden.
Dan is het leven saai.

Selmane (4B)


Afscheid van de wereld

Op een dag
was er een aardbeving.
Ik moest afscheid nemen
van de wereld.
Dat was niet leuk.
Je was een mooi huis.
De wereld zag er mooi uit.
Jammer dat er een aardbeving was.
Ik vond het niet leuk.

Hanae (4B)


Huisdier

Ik mis je.
Ik vond je heel leuk.
Je was zacht.
Je zat zo lekker op mijn hand.
Toen beet je in mijn vinger.
Je poepte op mijn vaders nek.

Firdaouss (4B)




Afscheid van mijn bloem

Ik ging hem steeds
water geven.
Hij ging toch dood.
Hij groeide
maar een beetje.
En daarna ging hij dood.

Feyza (4B)



Afscheid van mijn oude school

Mijn juffen waren heel lief.
De namen van mijn juffen
waren Suzan en Eefje.
Ik vond het heel jammer.
Ik had lieve vriendinnen.
Ik mis jullie.

Amani (4C)